Locatie 4: Het Groot Begijnhof

Het Groot Begijnhof van Leuven: Een Tijdloze Getuigenis van Geschiedenis en Devotie

Het Groot Begijnhof van Leuven is een tijdloos monument van spirituele toewijding en architecturale pracht in het hart van onze geliefde stad Leuven. Het begijnhof werd gesticht rond 1234 door hertog Hendrik I van Brabant als een toevluchtsoord voor vrouwen die een religieus leven wilden leiden zonder de strikte geloften van een klooster. Deze vrouwen, bekend als begijnen, kozen voor een leven van gebed, liefdadigheid en gemeenschapsleven. Het begijnhof bloeide op als een oase van spirituele toewijding te midden van het middeleeuwse Leuven.

Wie waren de Begijnen?

De begijnenbeweging ontstond rond de 12e eeuw als reactie tegen de losbandigheid, overdadige weelde, corruptie en het zondig leven onder priesters, kloosterlingen, bisschoppen en pausen. Begijnen waren zelfbewuste vrouwen die het evangelische armoede-ideaal wilden beleven zonder zich te binden door een eeuwige gelofte. Ze waren godsvruchtige vrouwen die zowat het midden hielden tussen een non en een leek en wilden christelijk-religieus gaan leven. Ze maakten ongebruikelijke keuzes: zo zochten zij nieuwe opties in een tijdperk waarin zij beperkt werden tot huwelijk of klooster en zelfs in deze opties bijzonder weinig zelfstandige keuzes konden maken. Tegen de kerkelijke en wereldlijke hiërarchieën in, ontwierpen de ‘vrome vrouwen’ van de twaalfde eeuw een ‘derde weg’: de keuze begijn te worden was een vrije keuze in de zin dat ze enkel tijdelijke geloften aflegden. Begijnen waren voornamelijk vrouwen die niet wilden trouwen, weduwen, of vrouwen uit adellijke families die de middelen niet meer hadden om ongehuwde dochters te blijven onderhouden. De begijnenbeweging was geen uitsluitend fenomeen der Nederlanden, er zijn begijnen geweest in Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Italië, Catalonië, Polen en andere landen.

De begijnen kregen aanvankelijk steun van de Paus, maar in de 14e eeuw werden ze veroordeeld als ketters door Paus Clemens V, wat leidde tot een algemene synode in Vienne in 1311 waar besloten werd de begijnenbeweging af te schaffen. Dit leidde tot een periode van vervolging en verbod, vooral in de Noordelijke Nederlanden, waar de beweging bijna verdween. Toch overleefden sommige begijnengemeenschappen dankzij pleidooien dat zij anders waren dan andere groepen. In de 17e eeuw kende de begijnenbeweging een tweede bloei, maar vanaf 1700 begon ze langzaam te vervagen, met een verdere afname na de Franse bezetting. De eens zo krachtige begijnenbeweging verschrompelde tot een steeds kleiner wordende gemeenschap van ouder wordende vrouwen.

Kledij van de Begijnen in het Groot Begijnhof van Leuven

Gedurende hun hele geschiedenis was kledij van essentieel belang voor de begijnen. Het diende als een uiting van hun eigenheid, herkenbaarheid en identiteit. In de beginjaren hadden begijnen geen uniforme klederdracht en droegen ze grijze gewaden. Langzaam evolueerde hun kleding naar de zwarte kleur van religieuzen, waarbij de begijnenfalie (meestal een witte doek) hun onderscheidingsteken werd.

Vanaf de 16e eeuw werd hun kleding definitief vastgelegd, met de verwachting dat de rest van hun outfit eveneens sober zou zijn. De kleding weerspiegelde hun spirituele leven, waarbij begijnen slechts tijdelijke geloften van zuiverheid aflegden. Dit toonden ze bewust en trots aan de buitenwereld. De opgelegde soberheid diende ook als middel om de soms aanzienlijke klasseverschillen tussen begijnen te verzachten.

Echter, de notulen van aartsbisschoppelijke visitaties onthullen dat sommige begijnen in 1655 minder ernstig omgingen met de voorgeschreven kleding. Ze bekritiseerden medezusters die wereldse kledingstukken droegen, zoals gouden kruisjes, ringen, puntige schoenen op hoge hakken, wijde décolletés met fijn ondergoed, platte hoeden, paternosters met zijden strikjes, zwarte pronkhandschoenen, en kleurrijke lichte rokken met nauwe witte of zwarte keurslijven.

Architectuur en Evolutie van de huizen in het Groot Begijnhof van Leuven

De architectuur van het Groot Begijnhof is een combinatie van gotische en barokke pracht. Sierlijke bogen en gedetailleerde ornamenten ademen een sfeer van tijdloze elegantie uit. De Dijle, die door het complex stroomt, voegt een rustgevend element toe, terwijl de smalle steegjes en groene binnenplaatsen de omgeving verrijken. Het begijnhof is een betoverende mix van geschiedenis, spiritualiteit en architecturale pracht.

Tot 1550 bestond het begijnhof voornamelijk uit lage, lemen huisjes met rieten daken en enkele grotere vakwerkgebouwen. In de 16e eeuw werden enkele vakwerkhuizen behouden, zoals Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangenis, Sint-Helena en Sint-Agatha. Oorspronkelijk werden de huizen gebouwd met houten skeletten en lemen vullingen, witgekalkt en voorzien van steile rieten daken. In de 17e eeuw evolueerde de bouwstijl naar stenen huizen, waarbij lemen vakwerk werd vervangen door bakstenen, voornamelijk op de begane grond. Ondanks deze evolutie behielden veel huizen Vlaamse haarden en originele deuren uit de 17e eeuw. De bouwstijlen varieerden door de eeuwen heen, van vakwerk en leem tot bakstenen en zandsteen, waarmee het begijnhof zijn unieke karakter behoudt.

Het Begijnhof vandaag: een historische woonwijk

Het Groot Begijnhof is vandaag de dag een levendige gemeenschap die een mix van ouderejaarsstudenten, gastprofessoren, buitenlandse onderzoekers, academisch, administratief en technisch personeel van de universiteit, en personeel van de universitaire ziekenhuizen herbergt. Het woonerf biedt tijdelijke huisvesting aan ongeveer 450 personen en heeft een actief gemeenschapsleven met speciale ruimtes voor activiteiten. De groenaanleg is aangepast met typische begijnhofstruiken en planten, zoals wingerds, buxus, taxus, stokrozen, zonnebloemen, begonia, hemelsleutel en lavendel. Het begijnhof staat bekend om zijn historische huizen, die voor de Franse Revolutie geen huisnummers hadden maar elk een naam droegen. Veel van deze huizen hebben basreliefs of inscripties boven de deur die de beschermheilige van het huis uitbeelden. Het begijnhof is een autovrije zone, maar toegankelijk voor het afzetten van goederen bij de huizen. Bovendien is het Groot Begijnhof erkend als UNESCO-werelderfgoed vanwege zijn historische en culturele waarde.

Het Groot Begijnhof van Leuven is niet slechts een plaats; het is een reis door de geschiedenis van Leuven, gedragen door de trots van haar erfgoed. Met zijn erkende status als UNESCO Werelderfgoed blijft het Groot Begijnhof een levende getuige van de rijke geschiedenis en spirituele toewijding die deze plek kenmerken. Het begijnhof is gratis te bezoeken en biedt een unieke ervaring van geschiedenis, architectuur en spiritualiteit.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *